Op de 24 oktober 1944 werd er in Naarden een grote razzia gehouden door een Hermann Goering eenheid. Mijn ooms werden opgepakt en naar een verzamelpunt op de Lange Bedekteweg gebracht. Mijn vader ondernam een poging om zijn broers vrij te krijgen, omdat ze voor de voedselvoorziening niet gemist konden worden. Er bestond een mogelijkheid dat ook hij niet vrij zou kunnen vertrekken. Hij had mij meegenomen om als eventuele boodschapper te kunnen fungeren. Over het aanblik van de gevangen Naarders wil ik het hier niet hebben. Wat mij ook opviel waren een aantal grote ‘’vaartuigen’’ die aan de kant van de binnengracht lagen. Na voorjaar 1945 waren die bakken verdwenen.
Op een dag in 1988 wandelde ik over de ‘’Lange Bedekte’’ om te zien hoe het baggerwerk werd uitgevoerd. Tot mijn zeer grote verrassing zag ik weer één van de vreemde bakken liggen, die ik in 1945 voor het laatst had gezien.
Direct haalde ik meetlint , potlood en papier en tekende de vreemde geval. Daarna nam ik een paar foto’s, die onscherp waren. Ook vertelde ik de vondst aan mijn oudste neef Fred Marquenie. Hij schreef er het onderstaande verhaal over.
ONDERDUIKER NA 44 JAAR BOVEN WATER
De wallen tegenover de Karnemelksloot vormden voor en in de oorlog een waar recreatiegebied en ontmoetingsplaats, waar bij mooi weer zich honderden mensen vermaakten. Men kon er zonnen, zwemmen in het toen nog uitstekende water van de Buitenvest en als het zo uitkwam nog een balletje trappen op het tweede veldje aan de Lange Bedekteweg. Een groot deel van de bezoekers bestond uit werklozen, die tussen het afstempelen van hun stempelkaart hier hun tijd doorbrachten. Op een zomerse dag in 1940 werd de rust onaangenaam verstoord door de komst van Duitse soldaten, die vier geheimzinnige metalen bakken op een der wallen deponeerden. De geheimzinnigheid werd nog vergroot doordat er een schildwacht bij werd geplaatst die de nieuwsgierigen op veilige afstand hield. De bakken waren nieuw, van lichtmetaal vervaardigd en blonken in het zonlicht. De vorm en afmeting deed denken aan de nu in gebruik zijnde containers voor het storten van afval.
Na een paar dagen begonnen Duitse soldaten met handkracht een der bakken de wal op en af te dragen. Het was een malle vertoning, niemand scheen precies te weten hoe gehandeld moest worden. Pottekijkers kon men niet gebruiken, met enkele barse bevelen werden de toeschouwers op een afstand gehouden.
De nieuwsgierigheid werd bevredigd door een schildwacht die desgevraagd vertelde dat de bakken een soort bootjes waren die dienden voor het oversteken van kanalen of riviertjes. Het was de bedoeling dat de bakken meegedragen of meegezeuld werden. Na enkele dagen oefenen was men in staat de bakken lopend in een sukkeldraf te verplaatsen en tamelijk snel in het water te gooien en er ook weer uit te halen. Bij de soldaten die aan de oefeningen deelnamen bestond weinig enthousiasme, vooral omdat de bakken hoog op het water lagen en neiging tot kapseizen vertoonden. Onverwacht werd met de oefeningen gestopt, de bakken bleven ongebruikt op de wal liggen en de intensieve bewaking werd opgeheven.
Vlak voor de capitulatie werden de bakken in de Binnenvest tot zinken gebracht, door gaten in de bodem aan te brengen. Volgens zeggen heeft de heer Wim Monnee een bekend Naarder verenigingsman, jaren geleden een der bakken boven water gehaald. De resterende drie werden bij de recente baggerwerkzaamheden in 1988 Een onverwacht weerzien na bijna jaar! Een van de bakken heeft nog enige tijd de wal gelegen: en het was een mooi object voor fotografen, hoewel niemand begrepen zal hebben met wat voor voorwerp men te doen had.
In de gemeenteraad werden over deze zaak nog vragen gesteld. Het college van B&Wen ook de directeur van gemeentewerken bleken niet van de vondst op de hoogte te zijn gesteld. De firma belast met de baggerwerkzaamheden had aan het vinden van de bakken geen ruchtbaarheid gegeven en wist niet beter te doen dan ze bij het grof vuil te plaatsen. Een mens kan niet alles bewaren.
---------------------------------
Fred Marquenie #in De Omroeper - Hist. Tijdschrift Naarden. Jrg. 1989 nr. 2
----------------------------------------
Opmerking:
De boot was waarschijnlijk de helft van een ponton en diende als drager voor een pontonbrug.